Griep buiten de doelgroepen
Wat is griep?
Griep is een besmettelijke ziekte van de luchtwegen die wordt veroorzaakt door het griepvirus (influenzavirus). Griep komt in Nederland elk jaar voor, meestal in de wintermaanden. Omdat er verschillende soorten griepvirussen zijn die steeds veranderen, kan iemand telkens opnieuw griep krijgen.
Wat zijn de ziekteverschijnselen van griep?
Griep is een ziekte waarbij het slijmvlies in de luchtwegen ontstoken is. Het begint vaak zeer plotseling met:
- koude rillingen
- hoofdpijn
- heftige spierpijn en vermoeidheid
- keelpijn en droge hoest
- (hoge)koorts
De koorts kan binnen 12 uur oplopen tot 39°C of hoger en duurt meestal 3 tot 5 dagen. De veroorzaker van griep is een influenzavirus. Dit virus kan ontstekingen geven in het slijmvlies van de neus-, keel- of bijholten, maar ook van de luchtpijp of de longen. Volledig herstel duurt 1 tot 3 weken. Meestal is griep onschuldig: de meeste mensen genezen zonder medische behandeling. Maar sommige mensen hebben een grotere kans op ernstige klachten en complicaties als ze griep krijgen Dit geldt voor ouderen en mensen met een chronische ziekte. Mensen die al hart- en longklachten hebben kunnen door de griep daar meer last van krijgen.
Hoe kun je griep krijgen en hoe kun je anderen besmetten?
De griep en verkoudheidsvirussen zitten in druppeltjes snot, slijm en speeksel. Door praten, hoesten of niezen worden de virussen verspreid. Dit gebeurt vooral in ruimten waar mensen dicht bij elkaar zitten en waar slecht geventileerd wordt, bijvoorbeeld in een trein of bus, een school of kinderdagverblijf. Ook worden virussen overgedragen via handen en voorwerpen, zoals een deurknop. Als iemand bijvoorbeeld na het vastpakken van de deurknop, zijn mond, neus of ogen aanraakt, kan hij besmet worden. Goede hygiëne kan verspreiding en besmetting beperken.
Wie kan griep krijgen en wie loopt extra risico?
Volgens CBS-gegevens over de jaren 1998-2007 overlijden in Nederland tijdens een gemiddelde winterepidemie gemiddeld 189 (range 68 – 369) personen direct of indirect aan influenza. Dit is echter een onderschatting van de sterfte waarbij influenza een rol speelt, omdat de doodsoorzakenstatistiek van het CBS en ook die van andere landen vaak de onderliggende doodsoorzaak (bijvoorbeeld een chronische hartaandoening) registreert en niet de directe doodsoorzaak (bijvoorbeeld influenza). Sterfte vindt bijna uitsluitend plaats binnen de zogenaamde influenza risicogroep: ouderen (circa 90% van de sterfgevallen is 65 jaar of ouder) en personen met een chronisch lijden (bijvoorbeeld diabetes mellitus, hart- en longaandoeningen) waar de influenzavirusinfectie een exacerbatie van de onderliggende aandoening kan veroorzaken (bijvoorbeeld astma-aanval, hartfalen, diabetisch coma en exacerbatie van COPD). Ook zuigelingen hebben een grotere kans op een ernstig beloop.
Vooral bij pandemieën, maar ook tijdens epidemieën, is er bovendien een hoge mortaliteit onder zwangere vrouwen, terwijl bij de Spaanse griepepidemie van 1918 om onbekende redenen vooral veel jongvolwassenen en relatief weinig ouderen stierven. Ook tijdens de A(H1N1)pdm09-pandemie was de mortaliteit hoog onder zwangeren, jonge kinderen en jongvolwassenen met een onderliggend lijden, terwijl er relatief weinig ouderen stierven. Zwangeren in het derde trimester lopen een verhoogd risico, zeker als er sprake is van comorbiditeit.
Vaccinatiemogelijkheden:
Tegen griep kun je worden ingeënt (de griepprik). De griepprik wordt gratis aangeboden aan alle mensen ouder dan 60 jaar, en aan kinderen en volwassenen die extra risico lopen om ernstig ziek te worden door griep. Gezonde personen, die buiten het Nationaal Programma Grieppreventie vallen, kunnen er ook voor kiezen zich te laten vaccineren tegen griep, maar voor hen worden de kosten niet vergoed. De griepprik moet elk jaar herhaald worden en beschermt tegen de griepvirus varianten die in het komende winterseizoen in Nederland worden verwacht.
In Nederland geregistreerde vaccins zijn:
Griep (3 virusstammen) | Vanaf 6 maanden | |
Griep (3 virusstammen) | 6 tot 35 maanden | |
Griep (3 virusstammen) | Vanaf 6 maanden | |
Griep (4 virusstammen) | 24 maanden tot 18 jaar |
De bijsluiters zijn te downloaden door de merknaam van het vaccin aan te klikken.
Volwassenen krijgen elk jaar één vaccinatie voor het begin van het griepseizoen (in oktober/november). Bij kinderen jonger dan 6 jaar, die voor het eerst gevaccineerd worden, zijn twee vaccinaties nodig. Daarnaast wordt de griepprik door de werkgever aangeboden aan mensen die in de zorg werken, en regelmatig aan werknemers in andere bedrijfstakken.
Prijzen: Onbekend
Wel of niet vaccineren?
De Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) adviseert zwangere vrouwen in griepvaccinatieprogramma’s op te nemen. De Gezondheidsraad concludeert echter in 2014 in haar advies: Grip op Griep dat er geen sprake is van voldoende ziektelast bij zwangere vrouwen om vaccinatie te adviseren. Bij kinderen jonger dan 6 maanden is er wel voldoende ziektelast; echter de GR concludeert, dat er onvoldoende bewijs is dat vaccinatie van de moeder effectieve en doelmatige bescherming biedt tegen een gecompliceerd beloop van de ziekte bij het kind. Vaccinatie van alle zwangeren wordt daarom niet geadviseerd.