De meeste infectieziekten worden veroorzaakt door virussen en bacteriën en parasieten. Zonder vaccinatie zouden de gevolgen van infectieziekten groot zijn.

Wie eenmaal een infectieziekte heeft opgelopen krijgt deze over het algemeen niet nog een keer. Zo iemand is immuun geworden. Het is mogelijk een virus of bacterie te veranderen of een onderdeel ervan te gebruiken en daarmee immuniteit op te wekken zonder dat er ziekte ontstaat. We noemen zo’n veranderde bacterie of virus een vaccin. Vaccins hebben ervoor gezorgd dat de meeste ernstige infecties (bijna) verdwenen zijn. In vrijwel alle landen organiseert de overheid vaccinaties.

Vanaf 1957 functioneert in Nederland het Rijksvaccinatieprogramma (zie ook RVP). Daarnaast organiseert de overheid een programma voor de bescherming van de bevolking tegen seizoensgriep (Griepprik). Voor reizigers zijn richtlijnen opgesteld ten behoeve van noodzakelijke of wenselijke vaccinaties. De Zorgverzekeringswet voorziet in het vaccineren van risicogroepen. Werkgevers zijn ervoor verantwoordelijk via de bedrijfsgezondheidszorg dat werknemers beschermd zijn door vaccinatie waar en wanneer dat aan de orde isLos daarvan zijn nuttige vaccins geregistreerd (zie Overige vaccinaties), die beperkt worden gebruikt. Over  vaccins tegen 8 ziekten die (nog) niet vallen onder een programma bevat deze website informatie zowel ten behoeve van de professional als particulieren.

Waarborgen onafhankelijkheid

De redactiecommissie onder voorzitterschap van Ann Vossen (LUMC), bestaat verder uit Ben van der Zeijst (LUMC), Loek van Alphen (KNVM) en Han van den Bosch (VU). Er wordt uitsluitend verwezen naar onafhankelijke bronnen zoals RIVM, GR, ECDC, CDC, WHO, CVZ, NZI, en naar artikelen in peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften.

Voor bijwerkingen wordt verwezen naar het LAREB.