COVID-19

Door: Thomas Brouwers, Marieke van der Heiden, Anke Lakerveld en Ben van der Zeijst.

Redactieraad: Prof. Anke Huckriede, Dr. Dimitri Diavatopoulos, Prof. Willem van Eden, Prof. Gideon Kersten en Prof. Cécile van Els.
De KNVM (Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Microbiologie) wil als wetenschappelijke organisatie gefundeerde informatie geven, onafhankelijk en zonder commerciële invloed.


Oproep: Stuur uw vaccinvragen naar covid@knvm.org . De meest relevante vragen zullen we behandelen in de Q&A sectie. Alleen in uitzonderingsgevallen krijgt u een persoonlijk antwoord. We kunnen geen individuele medische adviezen geven. Uw naam zal niet worden genoemd.


Laatste update: 21-04-2022

Dit is voorlopig de laatste update van de website. Na bijna 2 jaar is er steeds minder vaccinnieuws. Ook lijkt de covid-19-pandemie op zijn einde te lopen. In Nederland zijn op dit moment 13,4 miljoen mensen gevaccineerd en dit aantal loopt niet verder op. Verreweg de meeste vaccinaties waren met de RNA-vaccins van BioNTech/Pfizer en Moderna. De vaccins van AstraZeneca en Janssen speelden ook een rol, maar deze vaccins worden niet meer toegediend. Sinds 11 maart kun je ook gevaccineerd worden met het Novavax-vaccin. Het idee was dat mensen die bezwaren hebben tegen RNA-vaccins daarvan gebruik zouden maken. Dit is nauwelijks gebeurd. Tot 3 april waren er maar 563 vaccinaties. In april 2022 komt het laatste ‘klassieke’ vaccin van Valneva beschikbaar.




Nieuw:

  • (Q&A) Wat zijn de voordelen van een 4e prik?
  • (Q&A) Ik heb corona gehad en ben daarna gevaccineerd met het vaccin van Janssen. Kreeg daarna een Pfizer booster.  Wordt mijn immuunsysteem niet overbelast door de combinatie van besmetting en verschillende vaccins?
  • (Q&A) Wat kunnen verwachten nu het aantal omikron-infecties sterk daalt?
  • (Q&A) Hoe lang gaat het nog duren voordat de wereldbevolking beschermd is tegen covid-19?
  • (Q&A) Ik heb 3 vaccinaties gehad en kreeg daarna ook nog omikron. Moet ik nu toch een vierde prik halen?

Indeling van de website:

  • Een nieuwe opzet van de website (november 2021)
  • Covid-19 vaccins voor Nederland
  • Wat is een vaccinplatform?
  • Waar richten vaccins tegen covid-19 zich op? Welke platforms worden gebruikt?
  • Recombinante vector vaccins
  • Subunit eiwitvaccins
    • Het covid-19 vaccin van Novavax
    • Het covid-19 vaccin van Sanofi-GSK
  • RNA/DNA-vaccins
  • Geïnactiveerde/verzwakte vaccins (klassieke methoden)
    • Het covid-19 vaccin van Valneva
  • Hoe beschermt vaccinatie tegen covid-19?
  • Hoe lang beschermt de vaccinatie tegen covid-19; waarom is een derde vaccinatie nodig voor betere bescherming tegen de deltavariant?
  • Is het veilig en effectief om als tweede of derde vaccinatie een ander vaccin te krijgen? 
  • Hoe veilig zijn de vaccins die nu op de markt zijn?
  • Varianten van het SARS-CoV-2, de opkomst van de omikron-variant

Een nieuwe opzet van de website (november 2021)

De website begon in 2020 om verslag uit te brengen over de voortgang in de ontwikkeling van vaccins (de race naar het vaccin). Deze informatie is nog beschikbaar op de achtergrondpagina’s. Op een gegeven moment werd duidelijk wat de beste vaccinkandidaten waren. We hebben toen de focus verlegd naar vaccins die in Nederland via de Europese Unie beschikbaar konden komen. Het gaat om de vaccins van BioNTech/Pfizer, Moderna, CureVac, AstraZeneca, Sanofi-GSK, Janssen en Novavax. Tot nu toe is er gevaccineerd met BioNTech/Pfizer, Moderna, AstraZeneca en Janssen.

Inmiddels is besloten het AstraZeneca-vaccin niet langer toe te dienen. De voorraad Janssen-vaccin wordt opgemaakt. Verder is nu duidelijk dat de vaccins van CureVac, Sanofi-GSK in het geheel niet zullen worden ingezet en het vaccin van Valneva in zeer beperkte mate. De overwegingen hierbij zijn hieronder in meer detail te vinden. In de komende periode zullen dus voornamelijk de vaccins van Pfizer/BioNTech en Moderna worden gebruikt. In maart 2022 zal daar het vaccin van Novavax bijkomen. Vooralsnog zullen daarvan 840.000 doses voor Nederland beschikbaar komen.


Covid-19 vaccins voor Nederland

De Europese Commissie neemt voor Nederland en andere deelnemende lidstaten de aankoop van covid-19 vaccins voor haar rekening. Initieel streefde ze ernaar om een breed portfolio van verschillende typen kandidaat-vaccins aan te schaffen. Later bleken de mRNA vaccins het meest effectief te zijn, en werd de aankoop ervan geprioriteerd.

In totaal heeft de Europese Commissie meer dan vier miljard doses vaccin besteld. De verdeling van de aangekochte vaccins vindt plaats naar rato van het bevolkingsaandeel van de lidstaat in de Europese Unie. Nederland ontvangt 3,89% van de aangekochte vaccins.


Wat is een vaccinplatform?

Een belangrijke innovatie in vaccinontwikkeling, is het gebruik van zogenoemde ‘platform technologies’. Het idee achter een vaccinplatform is om dezelfde bouwstenen ‘platforms’ te gebruiken voor meerdere vaccins. Per vaccin is dan het ingebrachte antigeen (het deel van het virus dat bescherming opwekt) de enige variabele.

Wanneer een platform eerder is gebruikt voor een vaccin, en daarin veilig is bevonden (of zelfs op de markt is gekomen), dan zal elk volgend vaccin dat gebruik maakt van hetzelfde platform minder veiligheidstoetsen hoeven te ondergaan. Dit zal de ontwikkeling en goedkeuring van het vaccin versnellen.

Waar richten vaccins tegen covid-19 zich op? Welke platforms worden gebruikt?

De vaccins die het snelst werden ontwikkeld richten zich op een oppervlakte-eiwit van het virus, het spike-eiwit. Dit eiwit speelt een sleutelrol bij het binnendringen van cellen van het menselijk lichaam. De gedachte hierachter is dat de vaccins ervoor zorgen dat antilichamen tegen dit spike-eiwit worden aangemaakt, waarna deze antilichamen verhinderen dat het virus kan binnendringen in cellen. (Zie figuur 1).

Het spike-eiwit kan op verschillende manieren worden geproduceerd zonder dat er met infectieus virus hoeft te worden gewerkt. Hierdoor hoeven de productiefaciliteiten geen BSL-3 certificaat te hebben, waardoor ze veel goedkoper en sneller en veiliger opgezet kunnen worden. In die figuur hieronder worden de drie platformen beschreven:

2The_Economist_NL2.PNG
Figuur 1. De basis van de verschillende vaccin platformen en wat ze aan het immuunsysteem laten zien. Figuur is afkomstig uit The Economist (16-04-2020)


Recombinante vector vaccins
In recombinante vector vaccins wordt gebruik gemaakt van een dragervirus dat met behulp van DNA-technieken zo is aangepast dat het ongevaarlijk is (vaak door te zorgen dat het niet meer kan repliceren). Het dragervirus bevat daarnaast de erfelijke informatie voor een eiwit van een ander virus, in dit geval SARS-CoV-2.

Na de vaccinatie gaat het dragervirus een cel van het menselijk lichaam in. Hierdoor wordt het genetische materiaal van het spike-eiwit in de cel gebracht, waar het vervolgens wordt afgelezen en het spike-eiwit wordt aangemaakt. Het immuunsysteem reageert vervolgens op het spike-eiwit, waardoor antistoffen en T-cellen tegen het spike-eiwit worden gemaakt.

De meeste van dit type vaccins tegen covid-19 maken gebruik van het adenovirus platform. Adenovirussen zijn veel voorkomende verkoudheidsvirussen. Als platform wordt bij voorkeur een adenovirus gekozen dat niet bij de mens voorkomt. Zie de uitleg (Andere kansrijke vaccins) onder CanSino waarom het een probleem kan zijn om een menselijk adenovirus te gebruiken.

Een adenovirus recombinant vector vaccin platform is eerder door Janssen gebruikt voor een Ebola vaccin. De productie vereist wel grootschalige en dure productiefaciliteiten, die voor een deel nog in aanbouw waren in de vroege fase van de covid-19 pandemie.

Zie hier een heldere presentatie van de NYTimes over de werking van het recombinante vector vaccin van Janssen/J&J (en hier die van AstraZeneca).


Subunit eiwitvaccins
In tegenstelling tot geïnactiveerde vaccins die een heel virus bevatten, bestaan subunit eiwit vaccins uit specifieke viruseiwitten. Eenmaal in het lichaam veroorzaken deze eiwitten een immuunrespons. Om een goede immuunrespons te veroorzaken wordt er vaak een adjuvans toegevoegd. Zo'n adjuvans, waarvan er meerdere bestaan, versterkt de immuunrespons.

De eiwitten van het subunit vaccin kunnen op meerdere manieren geproduceerd worden. Hiervoor worden bijvoorbeed gistcellen, bacteriën of zelfs planten en insectencellen  gebruikt. Na de productiestap wordt het spike-eiwit gezuiverd, waardoor het vaccin alleen het spike-eiwit bevat. Het eerste subunit eiwit vaccin was een influenza vaccin dat in 1980 in het Verenigd Koninkrijk op de markt kwam. Het is dus een techniek die zich in de loop der jaren goed bewezen heeft.


Het covid-19 vaccin van Novavax
Een voorbeeld van een subunit vaccin is het vaccin van Novavax. De werking van het vaccin van Novavax wordt goed uitgelegd in DIT artikel van de NYTimes. In het kort bestaat het vaccin uit het spike-eiwit van SARS-CoV-2 virus. Dit spike-eiwit wordt aan het immuunsysteem gepresenteerd doormiddel van nanodeeltjes die qua structuur lijken op het coronavirus. Het grote verschil met het echte virus is dat deze nanodeeltjes zich niet kunnen vermenigvuldigen en geen ziekte kunnen veroorzaken.

Aan de start van de pandemie was het vaccin van Novavax een van de meest hoopvolle. Maar de ontwikkeling duurde een stuk langer in vergelijking met de andere vaccins. Desondanks is er nog een rol weggelegd voor het vaccin in de huidige covid-19 pandemie.

Novavax begon al in september 2020 met zijn fase 3 studie. Half maart 2021 deelde Novavax de uiteindelijke resultaten van de fase 3 studie in het VK. Het vaccin beschermt voor 100% tegen ernstige ziekte en is voor ca 90% effectief in het voorkomen van milde en matige covid-19 ziekteverschijnselen. Waarschijnlijk ligt dit lager voor de delta- en omicron-varianten. De bijwerkingen van het vaccin zijn mild.

Het vaccin is op 20 december 2021 door de EMA goedgekeurd. De EU heeft een contract voor de levering van 100 miljoen doses, waarvan in principe 4 miljoen voor Nederland. Nederland heeft aangegeven 840.000 doses te zullen afnemen.

Besloten is het vaccin beschikbaar te stellen aan mensen die hiervoor een voorkeur hebben. Maar, aangezien nog niet veel bekend is over de effectiviteit van het novavax vaccin tegen de omnicronvariant adviseert de gezondheidsraad dat ongevaccineerden bij voorkeur een van de mRNA vaccins krijgen, en niet het Novavax vaccin. De eerste leveringen zullen in maart 2022 beschikbaar komenb.

Buiten Nederland zal het vaccin waarschijnlijk een grotere rol gaan spelen. Novavax werkt namelijk samen met het Serum Institute of India, waarmee het een groot aantal doses wil produceren voor COVAX. In tegenstelling tot de andere vaccins is het vaccin van Novavax maanden houdbaar in de koelkast, waardoor het makkelijker in te zetten is in ontwikkelingslanden.


Het covid-19 vaccin van Sanofi-GSK
Het gaat om een vaccin dat bestaat uit de virale spike-eiwitten gemengd met een adjuvans om de immuunrespons te verhogen. Deze aanpak was gebaseerd op succesvolle ervaringen met griepvaccins. De ontwikkeling van het vaccin kende veel tegenslag en is erg vertraagd. De focus ligt nu op booster-vaccins. De EU heeft een contract voor de afname van het vaccin. Nederland heeft al aangegeven geen vaccins af te zullen nemen.


RNA/DNA-vaccins
RNA- en DNA-vaccins bevatten alleen het genetische materiaal van het virus (identiek aan wat ook in het virus zelf aanwezig is). De vaccins die het snelst ontwikkeld zijn baseren zich op de RNA-techniek, terwijl de DNA-vaccins vooralsnog tegen veel problemen aanlopen.

De vaccins van Pfizer/BioNTech en Moderna bevatten de genetische code voor het spike-eiwit. Na het vaccineren met dit RNA wordt het opgenomen in de menselijke cellen. Het RNA zorgt ervoor dat het spike-eiwit aangemaakt wordt en daarna het immuunsysteem afweer tegen dit spike-eiwit aanmaakt. Het RNA wordt vervolgens weer door het lichaam afgebroken.

Het grote voordeel van deze techniek is dat de vaccins makkelijk in grote hoeveelheden te produceren zijn. Er bestond aanvankelijk terughoudendheid omdat er geen eerdere vaccins via deze techniek tot de markt waren toegelaten. De vaccins van BioNTech/Pfizer en Moderna zijn de eerste vaccins op basis van de RNA techniek die zijn goedgekeurd.

Omdat RNA erg instabiel is, is het noodzakelijk om het te beschermen tegen afbraak. Dat gebeurt door het op te nemen in een nanodeeltje bestaande uit lipiden. Vooralsnog bleek het nodig de vaccins zeer koel te bewaren. Dit maakte het gebruik en verdeling van de vaccins lastiger. Zo moest het vaccin van BioNTech opgeslagen worden bij -70°C, en ging het in de koelkast maar vijf dagen mee. Later bleek het vaccin na ontdooien 1 maand in de koelkast houdbaar te zijn.

CureVac, een derde ontwikkelaar van een RNA-vaccin, is met de ontwikkeling van het vaccin gestopt nadat bleek dat het maar voor 47% beschermde.

Zie hier een heldere presentatie van de NYTimes over de werking van het RNA-vaccin van Moderna, en hier die van BioNTech/Pfizer.


Geïnactiveerde/verzwakte vaccins (klassieke methoden)
Ten slotte zijn er vaccins ontwikkeld gebaseerd op een klassieke methode. Hierbij bevat het vaccin het hele virus dat na een behandeling geïnactiveerd is.

Deze vaccins hebben als nadeel dat ze alleen in productiefaciliteiten kunnen worden gemaakt waaruit virussen niet kunnen ontsnappen (BSL-3). Hier bestaan er maar weinig van, en ze zijn zeer duur om op te zetten. Een voordeel is dat deze klassieke methode al veel goedwerkende vaccins heeft opgeleverd waardoor het onwaarschijnlijker is dat er op een laat moment nog onverwachte complicaties optreden.

In China zijn twee geïnactiveerde vaccins ontwikkeld die op op grote schaal zijn geproduceerd.  In Europa werkt Valneva aan de ontwikkeling van zo’n vaccin; zie hieronder.

Zie hier een heldere presentatie van de NYTimes over de werking van het geïnactiveerde vaccin van Sinovac.


Het covid-19 vaccin van Valneva
Het vaccin bestaat uit geïnactiveerde virusdeeltjes en valt daarmee in de categorie ‘klassieke vaccins’. De ontwikkeling van het vaccin liep zodanig achter bij die van andere vaccins dat het niet meer mogelijk was het effect op het voorkomen van ziekte te meten. In plaats daarvan werd naar het opwekken van antilichamen, een voorspeller van bescherming, gekeken. Hierbij werd een vergelijking gemaakt met het AstraZeneca-vaccin. Die viel gunstig uit, zowel voor bescherming als bijwerkingen.

Als onderdeel van de zogenaamde rolling-review procedure begon de EMA in december 2021 met het bestuderen van de klinische data van Valneva. Een goedkeuring wordt eind maart 2022 verwacht. Dan kunnen ook de leveringen beginnen. Het bedrijf is alvast begonnen met het produceren van doses voor Europa, en schaalt zijn productie op naar 100 miljoen doses per jaar.

De EU heeft een contract met Valneva ondertekend. De EU biedt lidstaten de mogelijkheid om in 2022 samen maximaal 27 miljoen doses af te nemen. Voor 2023 is dit 33 miljoen. Een probleem is nog wel dat het vaccin nog niet getest is in personen ouder dan 55 jaar. Nederland heeft er voor gekozen in 2022 maar 10 000 doses af te nemen, maar sluit een hoger aantal niet uit. Mogelijk geeft het vaccin een bredere bescherming tegen varianten. Dit omdat geïnactiveerde vaccins gebruik maken van het hele virus, en niet slechts het spike-eiwit. Hierdoor wekt een geïnactiveerde vaccin T-cel-immuniteit op tegen meerdere virale  eiwitten, waaronder eiwitten die niet verschillen tussen virusvarianten.

Hoe beschermt vaccinatie tegen covid-19; waarom was een derde vaccinatie nodig voor betere bescherming? Lessen uit het deltavarianttijdperk.

Door vaccinatie worden antilichamen tegen de spike-eiwitten van het virus opgewekt. Deze binden aan het virus, waardoor het virus minder goed aan de cellen van de gastheer bindt en daarin kan binnendringen. Deze ‘virusneutralisatie’ voorkomt besmettingen. Daarnaast activeert vaccinatie ook T-cellen van het immuunsysteem. Deze T-cellen doden geïnfecteerde cellen en remmen daardoor de verdere verspreiding van het virus (Figuur 2).

Figuur_2.jpg
Figuur 2. Zowel T-cellen (a) als neutraliserende antilichamen (b) dragen bij aan de bescherming tegen het coronavirus. [Ontleend aan BioRender (2021). Recruitment of T and B Cells by Antigen-presenting Cells (APCs). Retrieved from https://app.biorender.com/biorender-templates/t-5f178d344f5fad00a7792332-recruitment-of-t-and-b-cells-by-antigen-presenting-cells-apc]

Over de hoeveelheid antilichamen die nodig is om bescherming tegen ziekte te geven is intussen redelijk veel bekend. De hoeveelheid antilichamen kan betrekkelijk makkelijk gemeten worden in het laboratorium. Figuur 3 laat zien dat er een verband is tussen de hoeveelheid neutraliserende antilichamen en de bescherming die vaccins bieden. Om de figuur samen te stellen werden de onderzoekgegevens van 7 vaccins samengevoegd. De rode lijn geeft het verband weer tussen bescherming tegen symptomatische infectie en de hoeveelheid neutraliserende antilichamen.

Figuur_3.png
Figuur 3. Verband tussen neutraliserende antilichamen en bescherming (tegen symptomatische infectie) door covid-19 vaccins. De hoeveelheid neutraliserende antilichamen wordt vergeleken met de hoeveelheid die gevormd wordt na een natuurlijke infectie (convalescent). Voor het maken van de figuur was rekenwerk nodig om de verschillen in testmethoden te compenseren. Ad26.COV2.S is het Janssen-vaccin, mRNA-1273 het vaccin van Moderna en BNT162b het BioNTech/Pfizer-vaccin. Ontleend aan https://www.nature.com/articles/s41591-021-01377-8

De onderzoekers keken ook naar de hoeveelheid antilichamen die nodig zijn voor bescherming tegen ernstige infectie en vonden dat hiervoor veel minder antilichamen nodig zijn. Ook deden ze voorspellingen over het teruglopen in de tijd van de bescherming die de vaccins bieden, waarbij de bescherming tegen ernstige ziekte een stuk langzamer zou afnemen dan die tegen infecties in het algemeen. Deze voorspellingen zijn tot nu toe uitgekomen.

Toch is dit niet het hele verhaal. T-cellen zijn ook erg belangrijk, met name voor de langdurige bescherming tegen ernstige infecties. De precieze bijdrage van T-cellen is echter veel moeilijker te meten.


Hoe lang beschermt de vaccinatie tegen covid-19; waarom is een derde vaccinatie nodig voor betere bescherming tegen de deltavariant?

Na infectie met of vaccinatie tegen een ziekteverwekker komt het immuunsysteem in actie. Het bouwt immuniteit op. Hier spelen antilichamen en T-cellen een rol. Ook wordt er een immunologisch geheugen opgebouwd. Dit zorgt er voor dat bij een eventueel opvolgende besmetting met dezelfde ziekteverwekker het immuunsysteem sneller reageert.

De duur van bescherming verschilt per ziekteverwekker en per vaccin, waardoor de precieze duur van bescherming alleen bepaald kan worden door dit te volgen door de tijd heen. Er is intussen veel onderzoek gedaan om in kaart te brengen hoe lang men beschermd is na een infectie en na vaccinatie tegen covid-19. Eén van deze onderzoekingen, uit de VS, illustreert goed dat er na 5 tot 6 maanden sinds de vaccinatie met het BioNTech/Pfizer-vaccin verschil is tussen bescherming tegen ernstige ziekte/ziekenhuisopname -deze laatste blijft hoog- en bescherming tegen het oplopen van een infectie; deze neemt af.


Figuur_4.jpg
Figuur 4. Verschil in afname van bescherming door het BioNTech/Pfizer-vaccin tegen ziekenhuisopname (B) en het oplopen van een SARS-CoV-2-infectie (A). De bescherming tegen het oplopen van een infectie nam af van 88% tot 47%, terwijl de bescherming tegen ziekenhuis opname constant bleef op 93%. Figuur is afkomstig uit https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8489881/

Toen in Israël in juli 2021, ongeveer 6 maanden na vaccinatie met het BioNTech/Pfizer-vaccin, het aantal infecties begon op te lopen -ook onder volledig gevaccineerden besloot de regering tot het invoeren van een 3e prik (booster) voor mensen boven de 12 jaar. Deze booster werd in augustus 2021 toegediend met spectaculaire resultaten. Binnen 12 dagen daalden zowel ernstige als minder ernstige infecties met meer dan 90%.

Daarnaast lijkt de 3e prik ook de verspreiding van het virus te remmen.

Nederland ging relatief laat over tot het toedienen van een derde prik. Deze bestaat uit een mRNA-vaccin (BioNTech/Pfizer of Moderna) ongeacht het vaccin dat eerder werd togediend. Inmiddels heeft 62% van de mensen de er in aanmerking voor komen de boosterprik ontvangen.


Is het veilig en effectief om als tweede of derde vaccinatie een ander vaccin te krijgen? 

Er is onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden om covid-19 vaccins te combineren. In immunologische termen wordt een eerste vaccinatie een primaire vaccinatie genoemd. De tweede vaccinatie duiden we aan als een booster-vaccinatie. In de huidige covid-19 vaccinatie schema’s worden voor zowel de primaire als booster-vaccinatie hetzelfde vaccin gebruikt, dit noemen we homologe booster-vaccinatie. Indien er een andere vaccin als booster wordt geven, duiden we dat aan als heterologe booster-vaccinatie. Het gebruiken van heterologe booster-vaccinatie schema’s tegen covid-19 kan voordelen hebben als er leveringsproblemen van vaccins zijn. Daarnaast kunnen heterologe booster schema’s effectiever zijn. In verschillende wetenschappelijke onderzoeken is onderzocht of het veilig en effectief is om covid-19 vaccins te combineren. De onderzoeken die uitgevoerd zijn laten zien dat heterologe boosters veilig en effectief zijn. In een aantal gevallen leverde een heterologe booster een sterkere immuunreactie op dan een homologe booster.

De EMA kwam op 7 december 2021 met een goedkeuring van heterologe boosters voor de in Nederland gebruikte vaccins. Een onderzoek uitgevoerd in het VK liet zien dat ook voor de derde vaccinatie heterologe boosters veilig en effectief zijn.

Hoe veilig zijn de vaccins die nu op de markt zijn?

In de klinische fase 3 studies (30.000 tot 40.000 proefpersonen) komen vaker voorkomende risico’s in beeld. Zeer zeldzame bijwerkingen worden niet opgepikt. 
Na markttoelating worden bijwerkingen nauwgezet gevolgd middels het - wettelijk verplichte - internationale systeem van geneesmiddelenbewaking (farmacovigilantie). 
Voor SARS-CoV-2 vaccins worden maandelijks bijwerkingenrapportages geëvalueerd op onverwachte clusters of trends in bijwerkingenprofiel.

Tot en met 19 december 2021 zijn er in Nederland 173.461 meldingen gedaan over vermoede bijwerkingen. Dit betreft ongeveer 25,74 miljoen vaccinaties en het gaat vooral om algemene bijwerkingen als hoofdpijn, malaise, spierpijn, vermoeidheid, koorts en pijn en zwelling op de prikplek. De website van Lareb bevat een rubriek VEEL GESTELDE VRAGEN.
Om nieuwe zeldzame bijwerkingen snel te kunnen identificeren wordt onder andere de Europese bijwerkingendatabase EudraVigilance gebruikt. Hierdoor kon de bijwerking “vaccin-induced immune thrombotic thrombocytopenia (VITT)” al snel geassocieerd worden met het AstraZeneca vaccin. Ook meldingen van myocarditis na vaccinatie met het Pfizer vaccin zijn kort na registratie geïdentificeerd. Momenteel wordt onderzocht of er een oorzakelijk verband met vaccinatie is. In Europees verband publiceert het Pharmocovigilance and Risk Assessment Comittee (PRAC) maandelijks een overzicht van de aanbevelingen en lopende evaluaties. Regelmatig worden ook vragen gesteld over mogelijke bijwerkingen van de vaccins op lange termijn. Terugkijkend op in het verleden ontwikkelde vaccins zijn er eigenlijk geen voorbeelden van vaccins die tot bijwerkingen op lange termijn leidden. Wel werd narcolepsie als bijwerking van het Pandemrix vaccin gezien. Het trad in 1 op 34.500 doses op (OR 1,94; 95% CI 1,30 – 2,89).


Varianten van het SARS-CoV-2, de opkomst van de omikron-variant

Zoals bij alle RNA-virussen worden er bij het coronavirus dat covid-19 veroorzaakt overschrijffouten gemaakt bij de vermeerdering van het virus. Hierdoor ontstaan er veranderingen, mutaties, in het RNA. Deze komen en gaan en hebben in het algemeen geen gevolgen. Maar af een toe hebben gemuteerde virussen een voordeel. Dat hebben we intussen een paar keer zien gebeuren. Er ontstaat een ‘variant of concern’ die zich sneller verspreidt dan het al aanwezige virus. In Nederland gebeurde dat in begin 2021 met de komst van de alfa-variant. Halverwege 2021 werd deze weer vervangen door de delta-variant (zie Figuur 5). Wereldwijd circuleerden ook nog de beta- en gamma-variant, maar die kregen in Nederland geen voet aan de grond. Sinds november 2021 breidt de omikron-variant (B.1.1.529) zich snel uit. Deze variant -er zijn er zijn twee soorten omikronvirussen- is besmettelijker en heeft inmiddels de deltavariant vervangen.

Figuur_5.jpg
Figuur 5. Verspreiding van varianten van het SARS-CoV-2 in Nederland. Bron: website RIVM

Wat hebben de ‘variants of concern’ gemeen? Dat zijn veranderingen in het oppervlakte (spike) eiwit die er voor zorgen dat het virus makkelijker infecteert. Dit vertaalt zich in een hoger R-getal, het aantal nieuwe infecties dat door één geïnfecteerd iemand wordt veroorzaakt Dit heeft als consequentie dat er drastischere afzonderingsmaatregelen nodig zijn om de verspreiding te remmen. Verder lijkt het opbouwen van groepsimmuniteit door vaccinatie niet meer mogelijk. Bij een hoger R-getal moeten meer mensen beschermd/gevaccineerd zijn om groepsimmuniteit te bereiken. De formule hiervoor is 100 – 100/R0 %. Voor de delta- en omikron-variant (R0 ca 5) komt dit uit op 80% van de gehele bevolking als het vaccin voor 100% zou beschermen.

Er is ook een belangrijk verschil tussen de varianten. Dat betreft de bescherming die vaccins geven. De vaccins zijn allemaal gemaakt op basis van het originele SARS-CoV-2-virus uit Wuhan. De mutaties in de alfa-variant bleken weinig uit te maken voor de bescherming, maar voor neutralisatie van de deltavariant zijn hogere concentraties neutraliserende antilichamen nodig. Toch beschermden de huidige vaccins nog redelijk goed tegen het oplopen van covid-19 en erg goed tegen ernstige ziekte door de delta-variant. De omikron-variant heeft veel mutaties in het spike-eiwit. Hierdoor verliezen de opgebouwde antistoffen nog meer grip op omikron ten opzichte van de delta-variant. Alleen hoge concentraties neutraliserende antistoffen zijn voldoende om besmettingen te voorkomen. De T-cel immuniteit is minder gevoelig voor de omikron-mutaties en blijft grotendeels intact.


Redactie site
Thomas Brouwers, Marieke van der Heiden, Anke Lakerveld en Ben van der Zeijst redigeren deze site. Ze worden daarin bijgestaan door een redactieraad van vaccinspecialisten (Prof. Anke Huckriede, Dr. Dimitri Diavatopoulos, Prof. Willem van Eden, Prof. Gideon Kersten en Prof. Cécile van Els).

Vragen en opmerkingen over deze site zijn welkom bij covid@knvm.org